Nieuwe Omgevingswet zal voor toenemende milieucriminaliteit zorgen

MEDEMBLIK – Met de komst van de nieuwe Omgevingswet zal er mogelijk meer milieucriminaliteit voorkomen, dit zegt Binnenlands Bestuur op haar website. De vrees bestaat dat handhaving lastiger wordt, omdat straks voor economische activiteiten eenvoudiger een vergunning te krijgen is.‘ aldus Binnenlands Bestuur.

Die waarschuwende woorden staan in het Dreigingsbeeld Milieucriminaliteit 2021 dat minister Grapperhaus van Veiligheid en Justitie aan de Tweede Kamer stuurde. Onder andere politie, Openbaar Ministerie, inspecties en Omgevingsdiensten diepen in het rapport negen vormen van milieucriminaliteit uitgediept. In een aparte paragraaf wordt aandacht besteed aan wat er door veranderende regelgeving de komende jaren op dat vlak te verwachten valt.

Naar aanleiding van deze nieuwe Omgevingswet heeft de GroenLinks fractie in de Provinciale Staten de Gedeputeerde Staten schriftelijke vragen gesteld over de nieuwe Omgevingswet en de dreiging van meer milieucriminaliteit. Deze vragen leest u hieronder:


  • Vraag 1: Het artikel bericht dat handhavingstrajecten voor Omgevingsdiensten ingewikkelder gaan worden door de invoering van Omgevingswet. Hoe zijn we hierover in gesprek met onze omgevingsdiensten, hoe worden we daar als Staten over geïnformeerd?
  • Vraag 2: Hoe evalueert het college onze omgevingsverordening met betrekking tot risico’s op milieucriminaliteit die in het rapport Dreiging Milieucriminaliteit 2021 genoemd worden?
  • Vraag 3: Het artikel vermeldt concreet dat toezicht op de bodemketen bemoeilijkt wordt. Hoe kunnen we borgen dat toezicht wel zo is dat we kunnen voorkomen dat gevaarlijke en verontreinigende stoffen in het milieu komen?
  • Vraag 4: Een aantal taken met betrekking tot grondstromen wordt naar gemeentes gedelegeerd, brengt dit extra risico’s met zich mee tav handhaving en toezicht?
  • Vraag 5: Ook wordt gesproken over de relatie tussen de Omgevingswet en de overgang naar de circulaire economie. Hoe kijkt dit college aan tegen de risico’s die hier genoemd worden? Hoe kan geborgd worden dat gevaarlijke en verontreinigende stoffen onvoldoende goed verwerkt worden?
  • Vraag 6: Het stuk gaat veel in op het belang van kennis van en zicht op criminele activiteiten. Hoe zit dat in Noord-Holland? Hoe organiseren de Omgevingsdiensten dat kennis en toezicht voldoende is en blijft ontwikkelen?

De Gedeputeerde Staten hebben maximaal 30 dagen om met een reactie te komen.

Deel dit artikel