HOORN – Op maandag 4 juli zijn de archeologische opgravingen bij het Westfries Museum in Hoorn van start gegaan met het lichten van drie kanonnen die voor het museum stonden. Het worden de grootse, diepste en meest complexe archeologische opgravingen ooit in Hoorn uitgevoerd. Onder de gebouwen van het monumentale complex aan de Roode Steen worden namelijk kelders gebouwd voor de restauratie van de fundering en de vernieuwing van het museum. En het museumgebouw ligt op de oudste, rijkste en meest historische plek van Hoorn. Michiel Bartels van Archeologie West-Friesland: “Hoe oud het oudste Hoorn zal zijn, wordt duidelijk als we op de bodem zijn beland.

Twee van de drie historische kanonnen die bij de ingang van het Westfries Museum stonden, zijn op 4 juli alvast zorgvuldig gelicht – ter voorbereiding van het archeologisch onderzoek dat in opdracht van de Gemeente Hoorn wordt uitgevoerd. Het gaat hier om gietijzeren kanonnen uit de late 17de of begin 18de eeuw, vertelt Michiel Bartels. “Deze zijn hier voor 1727 al geplaatst. Dat weten we omdat er twee daarvan al op de prent van Cornelis Pronk uit dat jaar staan. De twee gelichte kanonnen zijn maar liefst 2,5 m lang en klokgaaf. Ondanks de eeuwen in de bodem zit er slechts rond de vuurmond wat roest.”

Onderzoek naar de kanonnen

Overal in Nederland werden de oude kanonnen als hoekpaal, stoeppaal of ankerpaal gebruikt, legt de archeoloog uit. “Zo is de bekende stoeppaal het Amsterdammertje de namaak van een oud kanon waar in de loop een kanonskogel is vastgeslagen. De drie kanonnen van het Westfries Museum werden na hun afschrijving op z’n kop ingegraven en beschermden zo de gevel van de monumenten tegen de stalen karrewielen van de wagens op de Roode Steen. Daarna werd het een sier-element voor het museum.”

Net zoals het karakteristieke monumentale hekwerk, de stoepplaten en de natuurstenen hoekpalen stonden de kanonnen op het tracé van de toekomstige nieuwe fundering die tot 1,5 meter vanaf de gevels komt. Door ze uit te graven kunnen de kanonnen nu eindelijk in hun geheel worden bestudeerd. Gekeken wordt of ze voordat zij hun oude plaats weer innemen, kunnen worden opgeknapt en tijdelijk geëxposeerd.

Oudst bewoonde plek van Hoorn

De archeologische opgravingen onder het Westfries Museum zijn vooral zo interessant vanwege de locatie,” benadrukt Bartels. “Eeuwenlang woonden, werkten en vergaderden hier de rijken van de stad. De patriciërswoningen hadden echter geen of maar kleine kelders. Veel resten van de voorgangers van de huidige monumentale gebouwen zitten daarom nog in de bodem verscholen. Ook verwachten we de oudste fase van de Westfriese Omringdijk aan te snijden ter hoogte van de Proostensteeg. Hoe oud het oudste Hoorn zal zijn, wordt pas echt duidelijk als het onderzoek helemaal op de bodem is beland.”

Opgravingen in fasen

De opgravingen worden gefaseerd uitgevoerd. Tot in september dit jaar zal om de gebouwen heen worden gegraven, zodat de werkelijke bouw in januari volgend jaar kan starten. Op 1 januari 2023 wordt het museum dan ook voor het publiek gesloten tot medio 2025. In het pand aan de Roode Steen 15 wordt nu alvast archeologisch onderzoek verricht, dit is het monument waar de Rozenkruisers en recentelijk het Pop-Up Museum Expoost gehuisvest waren. Het pand wordt straks ook onderdeel van het vernieuwde Westfries Museum. Na deze fase wordt in 2023 het onderzoek voortgezet in de overige gebouwen van het museum. Het werk wordt uitgevoerd door archeologen van Archeologie West-Friesland.

Volg de archeologische opgravingen

Het bezoeken van de inpandige opgravingen is nu nog niet mogelijk. Vanaf de straat kan het werk om het museum heen wel worden gevolgd. De resultaten zullen regelmatig worden gemeld via de website van het Westfries Museum (www.wfm.nl) en op de Facebook- en Instagram-pagina van het museum. Op 10 september 2022 – Open Monumentendag – is de inpandige opgraving voor het publiek zelfs live te bezoeken. Kijk hiervoor op www.omhoorn.nl.

Afbeelding: Prent van Cornelis Pronk uit 1727. In de rode cirkels zijn twee van de drie kanonnen te zien. (collectie Westfries Museum)