Regio Deal Zuidoost Friesland

Onlangs kwam de volgende bekendmaking binnen vanuit Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Lees hieronder alle informatie die tot nu toe bekend is bij ons. 
  1. Bekendmakingen friesland
  2. stcrt-2021-88
  • Onderwerp: Cultuur en recreatie | Organisatie en beleidNatuur en milieu | Organisatie en beleid
  • Waar: officielepublicaties 
  • Categorie: officielepublicaties/stcrt/2021

 

Omschrijving:

Inhoudsopgave Partijen: 1 Algemene overwegingen 2 Deel 1 | Aanleiding en inhoud Regio Deal 3 Specifieke overwegingen 3 Komen het volgende overeen: 7 Ambitie, doel, beoogde resultaten en aanpak Regio Deal Zuidoost Friesland 7 Artikel 1 – Ambitie 7 Artikel 2 – Doel 7 Artikel 3 – Beoogde resultaten 8 Artikel 4 – Inzet en aanpak 10 Deel 2 | Uitvoering & rapportage 14 Inzet middelen Regio Envelop uitvoering Regio Deal Zuidoost Friesland 14 Artikel 5 – Uitgangspunten 14 Artikel 6 – Regiokassier 14 Governance uitvoering Regio Deal Zuidoost Friesland 14 Artikel 7 – Rijk-Regio-overleg 14 Monitoring, evaluatie en communicatie Regio Deal 15 Artikel 8 – Monitoring en evaluatie 15 Artikel 9 – Communicatie 15 Deel 3 | Slotbepalingen 16 Slotbepalingen 16 Artikel 10 – Uitvoering in overeenstemming met Unierecht 16 Artikel 11 – Gegevenswisseling 16 Artikel 12 – Wijzigingen 16 Artikel 13 – Opzegging 16 Artikel 14 – Toetreding nieuwe partijen 16 Artikel 15 – Nakoming 17 Artikel 16 – Counterparts 17 Artikel 17 – Citeertitel 17 Artikel 18 – Inwerkingtreding en looptijd 17 Artikel 19 – Openbaarmaking 17 Deel 4 | Ondertekening 18 Partijen: 1. de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, mevrouw Carola Schouten, hierna te noemen: LNV; 2. de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mevrouw drs. K.H. Ollongren, hierna te noemen: BZK; 3. de minister van Infrastructuur en Waterstaat, mevrouw drs. C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, en de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, mevrouw S. van Veldhoven-van der Meer, hierna te noemen: IenW; 4. de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, mevrouw mr. drs. M.C.G. Keijzer, hierna te noemen: EZK; Partijen genoemd onder 1 tot en met 4 ieder handelend in hun hoedanigheid van bestuursorgaan en hierna samen te noemen: Rijk; 5. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerenveen, handelend als bestuursorgaan, namens deze de heer Jelle Zoetendal (wethouder), en de burgemeester van de gemeente Heerenveen, handelend als vertegenwoordiger van de gemeente Heerenveen, namens deze de heer Jelle Zoetendal (wethouder), hierna te noemen: gemeente Heerenveen. 6. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ooststellingwerf handelend als bestuursorgaan, namens deze de heer Harry Oosterman (burgemeester), en de burgemeester van de gemeente Ooststellingwerf, de heer Harry Oosterman, handelend als vertegenwoordiger van de gemeente Ooststellingwerf, hierna te noemen: gemeente Ooststellingwerf. 7. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Opsterland, handelend als bestuursorgaan, namens deze mevrouw Ellen van Selm (burgemeester), en de burgemeester van de gemeente Opsterland, mevrouw Ellen van Selm, handelend als vertegenwoordiger van de gemeente Opsterland, hierna te noemen: gemeente Opsterland. 8. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Smallingerland handelend als bestuursorgaan, namens deze de heer Sipke Hoekstra (wethouder), en de burgemeester van de gemeente Smallingerland, handelend als vertegenwoordiger van de gemeente Smallingerland, namens deze de heer Sipke Hoekstra (wethouder), hierna te noemen: gemeente Smallingerland. 9. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weststellingwerf handelend als bestuursorgaan, namens deze de heer André van de Nadort (burgemeester), en de burgemeester van de gemeente Weststellingwerf, de heer André van de Nadort, handelend als vertegenwoordiger van de gemeente Weststellingwerf, hierna te noemen: gemeente Weststellingwerf. 10. Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân, handelend als bestuursorgaan, namens deze de heer Douwe Hoogland (gedeputeerde), en de commissaris van de Koning van de provincie Fryslân, handelend als vertegenwoordiger van de provincie Fryslân, namens deze: de heer Douwe Hoogland, (gedeputeerde), hierna te noemen: Provincie Fryslân; 11. Het dagelijks bestuur van Wetterskip Fryslân, handelend als bestuursorgaan, namens deze mevrouw Annet van der Hoek (lid van het dagelijks bestuur), de voorzitter van Wetterskip Fryslân, handelend als vertegenwoordiger van Wetterskip Fryslân, namens deze mevrouw Annet van der Hoek (lid van het dagelijks bestuur), hierna te noemen: Wetterskip Fryslân. Partijen genoemd onder 5 tot en met 11 hierna tezamen te noemen: Regio of (publieke) regiopartners; Alle Partijen hierna allen tezamen te noemen: Partijen. Algemene overwegingen 1. Deze Regio Deal is tot stand gekomen tijdens de coronapandemie. De context waarin deze Regio Deal tot stand is gekomen, heeft betekenis gehad voor de wijze waarop Partijen gezamenlijk tot een uitwerking van de Regio Deal zijn gekomen. De verschillende stappen op weg naar deze Regio Deal zijn anders geweest, doordat Partijen elkaar niet in persoon hebben kunnen zien en spreken en bijeenkomsten en werksessies online en telefonisch plaats hebben moeten vinden. Partijen onderstrepen het belang van commitment en draagvlak bij alle betrokken stakeholders van de Regio Deal, zowel in de Regio als bij het Rijk. Partijen hechten hier onverminderd aan en hebben daarom gezamenlijk extra oog voor het borgen van dit commitment en het draagvlak tijdens de uitvoeringsfase van deze Regio Deal. Juist in deze ingewikkelde tijd vinden Rijk en Regio het van groot belang om gezamenlijk te investeren in en een impuls te geven aan de brede welvaart en het toekomstperspectief van bewoners en bedrijven in de regio. De drie Planbureaus wijzen in hun briefadvies1SCP, PBL en CPB, Aandachtspunten voor een herstelbeleid, briefadvies aan het kabinet, 28 mei 2020. aan het kabinet d.d. 28 mei 2020 op de noodzaak om als gevolg van de coronapandemie te blijven werken aan brede welvaart en daarbij ook oog te hebben voor regionale verschillen. Uitvoering van deze Regio Deal kan daarmee bijdragen aan gewenst herstel. 2. Het kabinet Rutte III erkent dat elke regio uniek is. Regio’s hebben verschillende kenmerken waardoor elke regio behoefte heeft aan een eigen aanpak en afweging bij het aanpakken van de regionale opgave. De verschillende krachten en uitdagingen die specifiek zijn voor een regio vormen de basis voor een regionale opgave om de brede welvaart, leefbaarheid en economische kracht te bevorderen. 3. De regionale opgave heeft een meervoudig karakter en vergt een integrale aanpak op de verschillende opgaven. Doel is om door verschillende beleidskolommen heen te werken. Verder heeft de regionale opgave een gebiedsoverstijgende impact, waardoor inzet op rijksniveau nodig is, maar die ook zorgt voor een vliegwieleffect. 4. Regio Deals hebben tot doel om de regionale opgave aan te pakken. Hierbij wordt samengewerkt tussen vakdepartementen, decentrale overheden, het bedrijfsleven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties. Voor deze regionale opgaven stelt het kabinet middelen beschikbaar uit de Regio Envelop, waaruit Regio Deals worden gefinancierd tussen het Rijk en de regio. Ook vanuit de regio zelf wordt gezorgd voor financiering (regionale publieke en private cofinanciering). Ter onderstreping van hun partnerschap hebben Rijk en Regio als vertrekpunt dat de rijksbijdrage gepaard gaat met minimaal eenzelfde bijdrage aan regionale publieke cofinanciering. De middelen uit de Regio Envelop dienen verder als vliegwiel voor extra investeringen in de regionale ontwikkeling zodat uiteindelijk vanuit de regio nog meer financiering wordt ingezet voor de aanpak van de regionale opgave. 5. Deze integrale en gezamenlijke aanpak met bijbehorende financiering van zowel Rijk als regio is het onderscheidende karakter van de Regio Deals ten opzichte van reguliere beleidsinstrumenten. 6. Met de Regio Deal gaan Rijk en Regio een duurzaam partnerschap aan om de opgave die in de regio speelt gezamenlijk aan te pakken. Het ondertekenen van de Regio Deal is daarbij niet het eind, maar slechts het begin van de samenwerking. 7. De bijdragen uit de Regio Envelop zijn bedoeld als een tijdelijke en eenmalige impuls voor regionale ontwikkeling met een duurzaam effect, waarbij structurele exploitatiekosten van lange termijn investeringen geborgd moeten zijn. 8. Regio Deals gaan om meer dan alleen de gecoördineerde inzet van financiële middelen. Zij kenmerken zich ook door een sterke, continue inzet van alle betrokkenen, creëren nieuwe samenwerkingsvormen en niet-financiële ondersteuning om de in de regionale opgave gestelde ambities en doelen te bereiken. Regio Deals leveren daarmee een bijdrage aan welvaart in brede zin. 9. De in de Regio Deal gemaakte wederzijdse afspraken over ambitie, doelen, beoogde resultaten, inzet en aanpak zijn in gezamenlijk overleg en met onderlinge overeenstemming tussen Rijk en Regio tot stand gekomen. 10. De middelen uit de Regio Envelop voor de Regio Deals derde tranche worden door LNV beschikbaar gesteld als een specifieke uitkering op grond van de Regeling specifieke uitkering Regio Deals derde tranche. Deel 1 | Aanleiding en inhoud Regio Deal Specifieke overwegingen Zuidoost Friesland kent een unieke cultuurhistorie2 ‘Zuidoost Fryslân: herontdekking van een uniek gebied’ over onze cultuurhistorie van Bert Looper, directeur Tresoar.. Turfwinning en vervening hebben zowel landschap als inwoners mede gevormd. De relatief grote sociaaleconomische problemen vinden daar hun oorsprong, zo is er sprake van overerfde armoede. Tegelijkertijd is er de sterke mienskip (gemeenschap) en een uniek landschap waar inwoners trots op zijn en waar zij rust en ruimte ervaren. Een landschap dat wel onder druk staat door verdroging, klimaatverandering en gevolgen van traditionele landbouw. Zuidoost Friesland heeft te maken met bevolkingsdaling. In de periode 2019-2040 neemt het aantal inwoners naar verwachting met gemiddeld 1,9% af. In de grotere kernen is nog sprake van 2,7% groei, maar vooral in de vele kleinere kernen neemt het inwonersaantal af, variërend van 1,4% tot 3,5%. De vergrijzing is sterker dan in de rest van Friesland en Nederland. In 2040 is 30,3% van de inwoners ouder dan 65 jaar en 16,5% ouder dan 75 jaar. Bevolkingsdaling, dubbele vergrijzing en ontgroening hebben onder andere tot gevolg dat voorzieningen -zoals winkels, scholen en huisartspraktijken- onder druk komen te staan, ontmoetingsplaatsen schaarser worden, de sociale cohesie komt onder druk te staan, er meer kans is op eenzaamheid, er meer behoefte ontstaat aan (mantel)zorg, woningbehoeften veranderen en de beroepsbevolking krimpt. Een integrale aanpak is nodig om deze regio een blijvend en nieuw perspectief te bieden. Met aandacht voor Vitale Kernen en een Veerkrachtig Landschap wordt de leefbaarheid verbeterd, en gewerkt aan een landschap waarin landbouw, natuur, energieproductie en recreatie hand in hand gaan. En dat op een manier die recht doet aan de kracht van de mienskip en die deze ook structureel sterker maakt en ondersteunt. In Zuidoost Friesland wonen ruim 187.000 mensen. De grond is voor driekwart in gebruik door de landbouw. De regio heeft veel kleine kernen; van de 90 dorpen hebben 68 minder dan 1.500 inwoners. Twee van de vijf gemeenten zijn P10-gemeenten. P10-gemeenten kenmerken zich door een uitgestrekt grondgebied met veel (kleine) dorpen en geen stedelijke kernen. De grote stedelijke centra in de regio zijn Drachten en Heerenveen. Beide hebben een belangrijke regionale verzorgings-, werkgelegenheids- en woonfunctie voor de direct omliggende gemeenten. Het landelijk gebied heeft een belangrijke woon- en recreatiefunctie. De drie grotere regionale centra in het landelijk gebied zijn Oosterwolde, Wolvega en Gorredijk. Daarnaast zijn er kleinere regionale kernen met een belangrijke (toeristische) positie in Zuidoost Friesland, zoals Akkrum, Appelscha, Bakkeveen, Beetsterzwaag, Noordwolde, Oudega en Jubbega. De regionale samenhang en verbondenheid tussen de gemeenten in Zuidoost Friesland is groot. De kracht van de mienskip in de kleine dorpen en de eigenheid van de grotere regionale kernen vullen de dynamiek van Drachten en Heerenveen aan. Vanwege de bevolkingsdaling is het de uitdaging een goed evenwicht te behouden in de voorzieningen tussen de kleine en grotere dorpskernen en de stedelijke centra. Bereikbaarheid van die voorzieningen (winkels, zorg-, culturele- en sportvoorzieningen) is cruciaal. De gemiddelde afstand tot voorzieningen is in de regio nu al groter dan in de rest van Friesland.3 ‘Het leven in Zuidoost Fryslân’ met alle cijfers en kenmerken van de regio, Wilma de Vries senior onderzoeker Fries Sociaal Planbureau (2019). De inwoners van Zuidoost Friesland zijn gemiddeld lager opgeleid.2Het aantal laagopgeleiden in de regio is 32%, terwijl dit in de rest van Friesland 30% is en in Nederland 28%. Ze hebben bovendien met gemiddeld € 27.100 een lager inkomen dan landelijk (€ 29.400). Dit blijkt ook uit het soort werk dat in de grotere regionale kernen is te vinden: industrie- en fabriekswerk. De arbeidsdeelname is lager dan landelijk. Inwoners in Zuidoost Friesland roken iets minder dan landelijk, maar hebben wel iets meer overgewicht. Meer huishoudens dan landelijk ontvangen hulp uit de Jeugdwet, Participatiewet of Wmo. De mensen zijn enorm betrokken bij elkaar en is er een rijk cultureel- en verenigingsleven. Het landschap is gevarieerd en heeft veel kwaliteiten.4‘De kracht van het landschap van Zuidoost Friesland’ van Theo Spek, hoogleraar Landschapsgeschiedenis en hoofd Kenniscentrum Landschap Rijksuniversiteit Groningen. Kenmerkend is de combinatie van hoog- en laaggelegen gebieden. De hooggelegen zandgronden van het Drents Friese Plateau gaan over naar de laaggelegen veen- en kleigronden en naar de Friese meren bij Akkrum en Drachten. De landbouw vult en bepaalt het landschap voor het grootste deel. Deze sector staat voor belangrijke uitdagingen, zoals het grondwaterpeil, de stikstofproblematiek en de eiwittransitie. De sector beweegt naar een toekomstbestendig bestaan dat in evenwicht is met de natuur. Biodiversiteit is hierbij een belangrijke indicator voor de kwaliteit van het landschap. De gevoeligheid voor droogte vraagt specifieke aandacht. Water dat door de regio stroomt wordt maar beperkt vastgehouden. De hellende zandgronden (en beekdalen) zijn gevoelig voor verdroging en droogteschade. Landbouw en natuur hebben beide op een eigen manier water nodig en moeten zich ook aanpassen aan klimaatverandering. In de integrale aanpak van de Regio Deal daarom specifiek veel aandacht voor de bodem en het water. De kwaliteit van het landschap levert een cruciale bijdrage aan de brede welvaart in Zuidoost Friesland. Inwoners waarderen de rust en ruimte. Het landschap biedt daarnaast goede kansen voor het versterken van de gastvrijheidseconomie. Friesland profiteert van de landelijke groei van het toerisme. Echter, Zuidoost Friesland kent op dit moment slechts een aandeel van 4,8% aan banen in toerisme en recreatie. Dit is lager dan in de rest van Friesland (6,4%) en in Nederland (7,5%). Er liggen goede kansen voor groei in balans (natuur – landbouw – recreatie). Zuidoost Friesland kent een rijke historie van turfwinning, de huidige energietransitie biedt in die zin een kans de identiteit van ‘energieleverancier’ nieuw leven in te blazen. Zo kan de transitie verbindend werken in de dorpen (energiecoöperaties) en kansen bieden op nieuwe werkgelegenheid. Daarnaast is er de uitdaging om inwoners met een kleine portemonnee hierin mee te krijgen en tegelijk zorgvuldig met de ruimte om te gaan zodat het landschap niet achteruitgaat en verrommelt. Urgentie De mienskip, de sociaaleconomische problematiek en het unieke landschap is wat Zuidoost Friesland bindt. De brede welvaart wordt op vele aspecten bedreigd: sociaal, economisch en ecologisch. Er is sprake van een meervoudige problematiek, die de draagkracht van de Regio te boven gaat. Partnerschap tussen Rijk en Regio biedt kansen om de brede welvaart en leefbaarheid te versterken en het perspectief voor de mienskip te verbeteren. Aansluiting bij regionale beleidsdoelen, programma’s of actieplannen Zuidoost Friesland staat voor de grote opgave om de regio leefbaar te houden, de kernen vitaal en het unieke landschap veerkrachtig. De regio voert daar al langer in samenwerking op verschillende fronten beleid op. Denk aan het ROM-project in de jaren ’90, het vroegere programma Plattelandsprojecten en diverse andere samenwerkingsverbanden. Vanaf 2013 werkte de regio aan de uitvoering van de Streekagenda Zuidoost Friesland om samen te werken aan een bruisend en toekomstbestendig platteland en de leefbaarheid van de regio. De Streekagenda was een integrale gebiedsgerichte aanpak op de thema’s groenblauw, toerisme en recreatie, wonen en economie. Met aandacht voor actuele demografische en maatschappelijke ontwikkelingen. De Streekagenda Zuidoost Friesland liep tot 2020. De Regio Deal geeft een doelgerichte impuls aan het vervolg van de regionale samenwerking. Maar er gebeurt meer in de regio dan alleen de Regio Deal. Mienskip en landschap dragen samen onlosmakelijk bij aan de brede welvaart. De Regio Deal zorgt voor een impuls en versnelling van de regionale aanpak en is nodig om een stap vooruit te zetten in plaats van in een neerwaartse spiraal terecht te komen. De Regio Deal kent in de aanpak twee pijlers: vitale kernen en een veerkrachtig landschap. Ondanks dat het opleidingsniveau, het inkomen en de arbeidsparticipatie logischerwijs wel bij de versterking van de brede welvaart horen, zoals ook blijkt uit de analyses door het Fries Sociaal Planbureau5‘Het leven in Zuidoost Fryslân’ met alle cijfers en kenmerken van de regio, Wilma de Vries senior onderzoeker Fries Sociaal Planbureau (2019). en de Rabobank6‘Perspectief voor de regio Zuidoost Fryslân', een brede welvaartsindicator specifiek voor de regio Zuidoost Fryslân. door de Rabobank (2019)., staat de economie niet centraal in deze deal. In de regio lopen namelijk al initiatieven gericht op arbeidsmarkt en economie. De Regio Deal is hier een goede aanvulling hierop. Indirect is er binnen de pijlers vitale kernen en veerkrachtig landschap wel aandacht voor de economische dragers, zoals de landbouw, toerisme en recreatie, en de zorg. Kansen op meer banen, betere opleidingsmogelijkheden en inkomen worden benut, bijvoorbeeld via de klimaat- en energietransitie, het stimuleren van recreatie en toerisme en de zorgeconomie. Drachten en Heerenveen vormen de belangrijkste stedelijke kernen in de regio voor werkgelegenheid en (boven-)regionale voorzieningen. Denk hierbij aan grotere bedrijven zoals Philips, en A-Ware, de ziekenhuizen Tjongerschans en Nij Smellinghe.de economische zone rondom de A7, en Sportstad Heerenveen. In deze stedelijke kernen lopen onder meer de volgende meer economische trajecten die sterk bijdragen aan de leefbaarheid en brede welvaart in deze regio. Deze zijn daarmee aanvullend op de aanpak van de Regio Deal: • De samenwerkingsagenda tussen de provincie Friesland en de gemeenten Smallingerland en Heerenveen, waarmee onder meer de bereikbaarheid en sociaaleconomische structuur verbeterd worden; • Het Innovatiepact Fryslân (IPF); het samenwerkingsverband tussen het Friese hoger onderwijs, het beroepsonderwijs, het bedrijfsleven, de provincie Fryslân en de F4-gemeenten. Hiermee wordt de innovatiekracht en het ondernemerschap in de provincie versterkt; • Samenwerking economische agenda’s F4-gemeenten7F4-gemeenten zijn Drachten, Heerenveen, Leeuwarden en Sneek., over regionaal economisch beleid, waarmee een sterkere Friese economie, meer werkgelegenheid en een betere ondersteuning voor ondernemers het doel zijn; • Het Kennis- en innovatiecluster Drachten, een internationaal werkend ecosysteem van samenwerkende High Tech bedrijven en kennisinstellingen in Noord-Nederland die voorlopen met innovaties en concurrerend zijn in de wereldmarkt; • De opwaardering van de N381 Drachten-Oosterwolde (tussen de A7 en de A28) waardoor de verbinding met andere economische zones verbetert. De Regio Deal begint niet vanaf nul. Hierboven is geschetst welke regionale samenwerking al gestalte heeft gekregen in de afgelopen decennia. De middelen uit de Regio Envelop kunnen een extra impuls geven aan de thema’s die centraal staan in de Regio Deal. Op de terreinen van landbouw, duurzaamheid, biodiversiteit, klimaatadaptatie, de vitaliteit van de dorpen, toerisme en recreatie en de veerkracht van het landschap bestaan de volgende projecten en initiatieven. Hierop wordt aangesloten en voortgeborduurd: • Friese klimaatadaptatiestrategie • Toerisme Alliantie Friesland met 11 Friese icoonprojecten (TAF) • P10- netwerk • Regionale Energiestrategie • Vereniging Circulair Friesland • Friese Omgevingsvisie • Regiomarketing Het Andere Friesland • Regionaal uitvoeringsprogramma recreatie en toerisme (ER)varen en Turf • Stichting Beekdallandschap Koningsdiep/Boarne • Dorpenplannen • Iepen Mienskipsfûns • Provinciaal beleid veenweidegebieden (o.a. Hegewarren, Grote Veenpolder en Alde Boarne Deelen) • Ambitie Provincie om van Friesland een Blue Zone te maken • Friese retailaanpak provincie: toekomstbestendig maken winkelgebieden • Arbeidsmarktregio Zuidoost Friesland. Aansluiting bij nationale beleidsdoelen of programma’s Zuidoost Friesland is uniek en kent natuurlijk net als iedere regio een aantal opgaven die op veel plekken samenkomen en urgent zijn. Vandaar ook dat op veel terreinen raakvlakken zijn met nationale beleidsdoelen en programma’s. Deze raakvlakken bieden kansen voor kennisdeling, het vinden van aansluiting bij relevante netwerken, het aantrekken van mogelijk aanvullende middelen en ze zijn van belang om met deze Regio Deal echt iets aanvullends te doen. Hieronder worden de belangrijkste raakvlakken genoemd. In de uitwerking van de aanpak wordt er waar relevant uitgebreider bij stilgestaan. Opgaven die te maken hebben met bevolkingsdaling, de mienskip en het vitaal houden van de dorpen: • Programma Bevolkingsdaling (kennis, beleid en netwerken), ministerie van BZK; • Programma Langer Thuis, ministerie van VWS ; • Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland, ministerie van LNV en ministerie van BZK; • Programma Democratie in Actie. Opgaven die te maken hebben met klimaat, landbouw en energietransitie: • Eindrapportage Beleidstafel Droogte, ministerie van IenW; heeft in 2019 5 hoofdaanbevelingen en 46 aanbevelingen opgeleverd gericht op 1) water vasthouden en 2) ruimtelijke inrichting gericht op waterbeschikbaarheid, genoemd in de Kamerbrief8Eindrapportage Beleidstafel Droogte, Nederland beter weerbaar tegen droogte, 2019.; • Deltaprogramma Zoet Water, DPZW, ministerie van IenW; voor de 2e fase is onlangs een lijst met projecten en maatregelen opgesteld, waarbij aangesloten kan worden. Zaak om geen overlap te creëren, want deze 2e fase kent ook financiële middelen; • Deltaplan Agrarisch Waterbeheer, DAW, ministerie van IenW; binnen het netwerk van DAW werken agrariërs op proef- en demolocaties aan o.a. water- en bodemmaatregelen en wordt kennis ontwikkeld en gedeeld. Dit is mogelijk een kans om samen te werken; • Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie, DPRA, ministerie van IenW; de provincie Fryslân is een van de 42 regio’s en werkt aan een Friese Klimaatadaptatiestrategie; • Actieprogramma Klimaatadaptie Landbouw, ministerie van LNV; • Nationaal Programma landbouwbodems, ministerie van LNV; • Programma Lumbricus, o.a. WUR en STOWA; het programma levert een toolbox met kennis over en instrumenten en werkwijzen voor het klimaat-robuust inrichten en beheren van stroomgebieden op de hogere zandgronden; • Expertisenetwerk Bodem & Ondergrond, ministerie van IenW; • Nationaal Kennisprogramma Bodemdaling, ministerie van IenW en LNV; • Expertisetraject over de energietransitie, ministerie van BZK. De betaalbaarheid van de energietransitie in krimpgebieden wordt in 5 casusgemeenten onderzocht, waaronder in het Friese Dantumadiel; • Programma Aardgasvrije wijken. ministerie van BZK en ministerie van EZK; • Nationaal Klimaat- en Energieakkoord, ministerie van EZK (klimaatneutraal samenleven en schone, betrouwbare en betaalbare energie); • Realisatieplan Waardevol en Verbonden, visie op kringlooplandbouw, ministerie van LNV (voor een vitaal platteland, divers landschap, duurzame landbouw, en biodiversiteit); • NOVI; aansluiting bij de prioriteiten 1) ruimte voor klimaatadaptatie9Bij het ministerie van LNV lopen ook klimaatadaptatie programma’s voor zowel natuur als landbouw, in de toekomst wordt gekeken of dit nog kansen voor samenwerking met de Regio Deal heeft. en energietransitie, 2) duurzaam economisch groeipotentieel, 3) sterke en gezonde steden en 4) regio’s en toekomstbestendige ontwikkeling van het landelijk gebied. En specifiek de ambitie om in gebieden met bevolkingsdaling de vitaliteit en leefbaarheid te versterken. Groeikansen in recreatie en toerisme: • Actieagenda Perspectief op Toerisme 2030, ministerie van EZK, 2019; • Spreidingsstrategie Rijk en NBTC om de toerismedruk op te vangen en te spreiden. Naast deze kaders en aanknopingspunten vanuit nationale beleidsdoelen en programma's, zijn er adviezen vanuit landelijke adviesorganen waar deze Regio Deal bij aansluit, bijvoorbeeld het advies ‘Waardevol toerisme: onze leefomgeving verdient het’ van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur, en het signalenrapport ‘Zorg voor het landschap – naar een landschapsinclusief omgevingsbeleid’ van het Planbureau voor de Leefomgeving. Raakvlakken andere Regio Deals De opgaven die voortkomen uit de bevolkingsdaling in Zuidoost Friesland lijken deels op die van Regio Deal Noordoost Fryslân/Holwerd aan Zee. Verschil is wel dat deze regio echt is aangewezen als ‘krimpregio’ en Zuidoost als ‘anticipeer-regio’. De sociaaleconomische problematiek is vergelijkbaar met die van wijken en dorpen in Zuid- en Oost-Drenthe, die deels dezelfde geschiedenis hebben van turfwinning en vervening. In de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland gaat de provincie Fryslân onder meer in een aantal deelgebieden in het Veenweidegebied aan de slag, die deels in Zuidoost Friesland liggen. (o.a. Hegewarren, Grote Veenpolder en Alde Boarne Deelen) De Regio Deal Zuidoost Friesland kan de kennis die hierin wordt opgedaan gebruiken, omgekeerd kan de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland gebruik maken van het te ontwikkelen leer- en kenniscentrum bodem (zie verder onder Aanpak). Tot slot, de Regio Deal Groningen-Oost die in dezelfde periode als Zuidoost Friesland wordt uitgewerkt, kent ook overeenkomsten in opgaven op sociaaleconomische vlak. Waarom rol voor het Rijk? De cultuurhistorie, de sociaaleconomische problematiek en het unieke landschap bindt de regio. De brede welvaart wordt op vele aspecten bedreigd: sociaal, economisch en ecologisch. Er is sprake van een meervoudige problematiek die de regionale draag- en daadkracht te boven gaat. Daarom sluiten Partijen deze Regio Deal. Door elkaars kennis en kunde in te zetten kunnen Rijk en Regio van elkaar leren hoe in een plattelandsregio als Zuidoost Friesland om te gaan met grote landelijke opgaven. Komen het volgende overeen: Ambitie, doel, beoogde resultaten en aanpak Regio Deal Zuidoost Friesland

 

Deel dit artikel met buren en kennissen!

Redactie rtvwestfriesland.nl

Wij houden je op de hoogte van alle bekendmakingen vanuit de gemeente.

Andere bekendmakingen