Rechtbank focust op dossier tijdens eerste zittingsdag moordzaak Martin Griep

HOORN – De rechtbank in Alkmaar heeft donderdag tijdens de eerste dag van het proces tegen Mijntje B. (62) en Mark P. (59) uitgebreid het dossier over de moordzaak van Martin Griep besproken. De twee worden ervan verdacht dat ze het slachtoffer op 20 april vorig jaar in zijn woning in Zwaag met een vuurwapen van het leven hebben beroofd. Hij werd daar die avond door de politie dood aangetroffen, nadat hij niet op een afspraak was verschenen. De twee verdachten vertelden op zitting heel verschillende verhalen over de gebeurtenissen, en wezen vooral naar elkaar.

Lees ook: Verdachten van moord op Martin Griep blijven naar elkaar wijzen

Mijntje B. zei helemaal niets met de moord op haar toenmalige echtgenoot te maken te hebben. Ze erkende dat het huwelijk tussen haar en Griep niet altijd even rooskleurig was, en dat er sprake was van een mogelijke echtscheiding. Griep zou vlak voor zijn dood echter nog geregeld bij haar over de vloer komen, en het stel was volgens B. van plan weer samen te gaan wonen. De 62-jarige verdachte suggereerde dat har oude huisvriend, Mark P., wellicht schuldig zou kunnen zijn aan de moord. Hij was destijds verliefd op haar, en P. zou nog een flinke schuld bij Griep hebben gehad.

Maar Mark P. vertelde een heel ander verhaal. Volgens hem had Mijntje B. het elk weekend over haar plannen om Griep te vermoorden toen hij een periode bij haar woonde. Hij zou in 2019 een vuurwapen voor haar hebben geregeld via een collega uit Beverwijk. Dat deed P. destijds omdat B. problemen zou hebben met figuren uit het criminele circuit. B. zou op 20 april ongeveer drie kwartier weg zijn geweest. Toen ze terugkwam, had ze een bloedspoor op haar broek. De twee zouden vervolgens een eind zijn gaan rijden met de auto om het vuurwapen en de kleding met bloedsporen in een sloot te gooien. P. bevestigde dat hij destijds zijn hand in het vuur zou hebben gestoken voor zijn medeverdachte, met wie hij destijds een ingewikkelde relatie had.

De zittingsdag eindigde met de verklaringen van de nabestaanden van Martin Griep. Zijn stiefkinderen werden vanaf hun vijfde door hem opgevoed, en vorderden daarom forse schadevergoedingen van 17.500 euro. Vrijdagochtend wordt de zitting hervat, en zal het Openbaar Ministerie met een eis in de moordzaak formuleren.

Deel dit artikel